Deze methode van zoeken naar vermisten is meer dan on-aangelijnd zoeken. Zeker, onze honden werken zonder riem en op risicovolle locaties, zoals bijvoorbeeld op puin, zelfs geheel ‘bloot’, dus geen halsband of identificatie hesjes.
Het betekent ook, dat we de honden vrij hun gang laten gaan om instinctmatig een zoekgebied af te speuren, zonder inmenging van de geleider, die daarbij verbale commando’s zou (moeten) geven. De lichaamstaal van de geleider naar de hond moet voldoende zijn voor de hond om te begrijpen wat er verwacht wordt.
Dit wil wel wat zeggen: de hond werkt namelijk niet zomaar voor iedereen. De hond is letterlijk bereid om voor zijn leider door het vuur te gaan, maar dan moet die leider ook werkelijk de Leider zijn! En daar ligt de grootste uitdaging van deze methode van werken: de door de hond “erkende” Leider te zijn. Deze rol kan je niet voorwenden, niet “spelen”, maar je moet het echt zijn. Dat is dan ook het hoofd-motief van onze opleiding: de geleider te leren om Leider te zijn, zoals de hond dat verwacht.
De filosofie van deze manier van werken is, dat wij mensen kunnen leren denken als een hond, terwijl het voor de hond onmogelijk is om te leren denken als een mens (sorry Lassie, hier val je door de mand…).
De reden dat we deze manier van werken gebruiken is, dat de hond bij het instinctmatige werken belangrijk minder energie verbruikt dan bij het appèlmatige werken, waarbij de hond steeds uit zijn natuurlijke jachtdrift gehaald wordt door een geleider, die een commando geeft waar de hond op dat moment misschien niet op zat te wachten. Onze eigen ervaring is, dat een hond dagen achtereen kan werken onder zware condities (tropen, oerwoud en dergelijke) zonder daar negatieve gevolgen van te ondervinden.
In conclusie: De reddingshond, die werkt onder de Vrije Zoek Methode moet -naast uitstekend gesocialiseerd te zijn- ook een heel duidelijke binding met de Leider hebben.